Ook dit jaar organiseert Stichting Topvrouwen Limburg de verkiezing Topvrouw Limburg. Met deze verkiezing wil de stichting vrouwelijk ondernemerschap en vrouwelijk leiderschap stimuleren en ontwikkelen. In juli werden de drie finalisten bekendgemaakt. Noord-Limburg Business ging met hen in gesprek.
Fotografie: De Fotovakvrouw
Nele Valkeneers: “Niet verwacht dat de verkiezing zo’n impact zou maken”
Kansen pakken, zeggen waar je voor staat en waar je naartoe wilt en een uitgebreid netwerk opbouwen. Dat heeft Nele mede gebracht waar ze nu staat. “Bij elk aanbod dat ik krijg, wil ik in ieder geval even gaan kijken. Dat begon met een tip van een intercedente die lid was van Zenden Sports waar ik destijds werkte, nadat ik voor de liefde van het Vlaamse Hasselt naar Maastricht was verhuisd. Zij vond dat ik eens contact op moest nemen met Leon Dohmen vanĀ CardioTek, een bedrijf dat is gespecialiseerd in elektrofysiologie en cardiologie. Leon werd uiteindelijk mede verantwoordelijk voor alle volgende professionele stappen die ik later heb gemaakt en heeft me altijd gestimuleerd om meer uit mezelf te halen dan ik liet zien. Tijdens mijn periode bij CardioTek bouwde ik mijn zakelijke netwerk verder uit en leerde ik tijdens een congres in Frankrijk mijn toekomstige compagnon Richard Houben kennen. Toen CardioTek enkele jaren later werd overgenomen en Richard belde of ik bij zijn bedrijf wilde komen werken, maakte ik de overstap naar Applied Biomedical Systems in Maastricht. Omdat ook dat bedrijf vol techneuten zat en ik meer gericht ben op commercie en marketing, begon ik na zes maanden samen met Richard 2BMedical, een bedrijf gericht op het ontwikkelen van intellectueel eigendom voor cardiologen, ziekenhuizen en andere medical device companies. Ook hier leerde ik heel veel, maar het voelde vanwege de focus op het medische, engineering, software, patenten niet als genoeg.”
Defensie
Een nieuwe uitdaging kwam om de hoek kijken toen Nele via haar man – die toen marinier was – deelnam aan een ondernemersdag van Defensie. “Dat was heel erg leuk, al vond ik wel dat Defensie het samenwerken met externe partijen onnodig complex maakte. Dat zei ik toevallig tegen een aantal generaals, waaropĀ ik het aanbod kreeg om dit voor hen te gaan doen. Het begon met Ć©Ć©n dag in de week op het ministerie in Den Haag. Inmiddels ben ik projectadviseur en sinds twee jaar ben ik ook hoofd innovatie en samenwerking bij het Technology Center Lab (TCL). Hier werk ik onder andere mee aan het ontwikkelen van een testcentrum voor bestaande materialen. In de tussentijd richtte ik samen met Richard ArchiMEDes op waarbij ik me meer bezighoud met mijn eigen interessegebieden zoals communicatie, marketing en de commerciĆ«le randvoorwaarden bij de productontwikkeling.
Van je afbijten
Gedurende haar carriĆØre moest Nele af en toe wel even duidelijk maken wie ze was. “In de medische technologiesector werken meer mannen dan vrouwen en dat merkte ik af en toe wel. Dan gingen ze er tijdens de vergaderingen vanuit dat ik de notulen zou maken, of dat ik de secretaresse van Richard was. Dat wordt binnen deze sector gelukkig steeds minder, maar we zijn er nog lang niet. Ook bij Defensie moest ik als vrouw net iets harder moet vechten voor een bepaalde functie of een bepaalde plek. Met name het serieus worden genomen duurt wat langer. Op dat soort momenten moet je even van je afbijten, laten zien wie je bent. Defensie heeft wat betreft diversiteit al wel heel wat stappen gezet. Er is zelfs een aparte afdeling voor diversiteit en inclusie. Zelf ben ik een groot voorstander van gemengde teams. Mannen zijn botter, harder en meer op de inhoud. Vrouwen zijn meer op de mens gericht. Wanneer mannen en vrouwen aan tafel zitten, merk je dat gesprekken anders lopen, gemoedelijker, iets meer ontspannen. Je komt ook tot andere oplossingen. Daar maak ik graag gebruik van.”
Bestuursfuncties
Sinds Nele vier jaar geleden door operazangeres Fenna Ograjensek werd gevraagd om plaats nemen in de raadĀ van toezicht van haar operagezelschap, heeft ze ook diverse bestuursfuncties bekleed. Sinds 1 september is ze voorzitter van de Mediaraad van L1. “Daar kreeg ik de vraag wat ik zou vinden van opmerkingen vanuit de regio zoals ‘alweer een vrouw’. Iedere keer wanneer ik word gevraagd voor een functie, streelt dat mijn ego. Maar wanneer er expliciet wordt gezegd dat ze een vrouw willen, vind ik dat ook wel dubbel. Eigenlijk moet de best passende kandidaat de functie krijgen. Wel ben ik van mening dat wanneer je iemand nodig hebt die wat meer op de mens is gericht, een vrouw vaak net iets beter past. Bij Defensie zie je dat er steeds vaker voor een vrouw wordt gekozen als dit beter in het plaatje past. Je komt als vrouw tegenwoordig ook net iets makkelijker binnen en krijgt dingen makkelijker voor elkaar, omdat je bepaalde zaken anders aanpakt. Een vrouwelijke blik kan vernieuwend en verfrissend zijn bij de besluitvorming. Natuurlijk stellen mensen vragen en het is ook gewoon bespreekbaar. Het belangrijkste is dat je als organisatie geen oogkleppen op hebt, maar openstaat voor wat een vrouwelijke leidinggevende kan brengen en waar het in de toekomst naartoe moet, zonder daarin door te slaan en bijvoorbeeld alleen nog maar vrouwen aan te nemen.”
Inspiratie
Het bereiken van de finaleplaats vindt Nele eervol. “Ik had niet verwacht dat de impact op mij als persoon zo groot zou zijn. Ik heb onder andere veel berichten van jonge vrouwen gekregen die mij als voorbeeld en inspiratiebron zien. Dat doet veel meer met mij dan 10.000 likes op een bericht. Wat ik wil meegeven, is dat je vooral moet doen wat je leuk vindt. Stop jezelf niet weg en geef niet toe aan de neiging om een ondergeschikte positie in te nemen. Bovendien wil ik laten zien dat je naast moeder en echtgenote ook gewoon ondernemer, werknemer of bestuurder kunt zijn.”
Vera Tax: “Aandacht vragen voor belangrijke kwesties”
Vera werd in 2004 actief in de politiek. “Ik werkte destijds bij Perron 55, het huidige poppodium Grenswerk in Venlo. Toen er een nieuwe locatie werd gezocht, besloot de grootste fractie dat het maar ondergronds in het Monseigneur Nolenspark gebouwd moest worden vanwege de mogelijke geluidsoverlast. ‘Wat is hier aan hand?’, was mijn eerste gedachte. Toen besefte ik dat de lokale politiek vooral uit oudere, witte mannen bestond. Ik besloot om de politiek in te gaan omdat ik mijn eigen omgeving mee wilde veranderen en mee wilde besluiten.”
Uiteindelijk werd Vera namens de PvdA wethouder met de portefeuille Sociale Zaken, Werkgelegenheid en Evenementen. “Het mooie van de politiek is dat je de toekomst mee kunt vormgeven. Maar het is ook een hard vak en je maakt van alles mee. Zo ben ik halverwege mijn ambtsperiode afgetreden vanwege een groot financieel tekort in de portefeuille. Dat was niet mijn schuld, maar als professional en gezicht van de politiek moet je je politieke verantwoordelijkheid nemen. Een jaar later kreeg ik vanuit de PvdA de vraag of ik naar Europa wilde komen. Mijn aanleiding om ja te zeggen was de Brexit en de gesprekken over een mogelijke Nexit. Dat vond ik een slechte zaak. Ik ben dankzij het tankstation van mijn ouders aan de autosnelweg opgegroeid in een internationale omgeving. Europa heeft mijn leven alleen maar breder en leuker gemaakt met grenzen die steeds verder opengingen. Ook was ik na dertien jaar lokale politiek toe aan een volgende stap; op Europees niveau heb je nog meer invloed op de toekomst.”
Europees parlement
Als lid van het Europees Parlement zit Vera onder andere in de commissie Transport en Toerisme. De afgelopen periode heeft ze zich actief ingezet voor de Wet voor schone scheepvaart. “In eerste instantie werden er tijdens het Klimaatakkoord van Parijs geen afspraken gemaakt met de internationale scheepvaart, waardoor er binnen deze sector ook geen stappen werden gezet om te verduurzamen. Met de nieuwe Europese wet die in 2025 wordt ingevoerd, zijn schepen verplicht om over te stappen op duurzame brandstoffen en moeten zij vanaf 2035 verplicht gebruikmaken van walstroom als zij in de havens willen aanmeren.”
Ook heeft Vera zitting in de commissie Vrouwenrechten en Gendergelijkheid. “Ik vind dat iedereen gelijke kansen moet krijgen. In onze conservatief ingerichte maatschappij zijn veel onbewuste vooroordelen waardoor vrouwen benadeeld worden en bijna gedwongen worden om te kiezen tussen moederschap en een carriĆØre. Dat de loonkloof (mannen verdienen gemiddeld meer dan vrouwen, 12,7% in Europa en zelfs 13,5% in Nederland) bestaat doordat vrouwen minder goed onderhandelen en minder ambitieus zijn, is een mythe. Daarom heb ik gewerkt aan de Wet loontransparantie, die over uiterlijk drie jaar moet worden ingevoerd door het kabinet. Deze wet legt de bewijslast dat vrouwen net zoveel betaald krijgen als hun mannelijke collega’s bij de werkgever. Ook gratis kinderopvang is een belangrijk component om die loonkloof te verkleinen en vrouwen actiever deel te laten nemen aan de arbeidsmarkt. Met kinderopvang hebben zij meer uren, meer salaris en meer kans op promotie. Overigens ken ik ook mannen die graag minder zouden willen werken, maar te horen krijgen dat zij met minder uren hun functie niet kunnen uitoefenen. Zij krijgen niet de kans om meer betrokken te zijn bij de opvoeding van hun kinderen.”
Ondernemersfamilie
Vera groeide op in een ondernemersfamilie. Die achtergrond vormde uiteindelijk een belangrijke basis. “Mijn opa en oma runden samen een tankstationĀ en ook mijn vader en moeder deden dit later samen. Ik dacht daarom ook dat dat heel normaal was, terwijl het in die tijd eigenlijk helemaal niet zo gebruikelijk was dat vrouwen werkten. Toen ik zelf ging werken, was ik dan ook in de veronderstelling dat alles gelijk was. Ik merkte toen echter dat ik niet altijd even serieus werd genomen als mijn mannelijke collega’s. Dankzij mijn achtergrond heb ik dit nooit geĆÆnternaliseerd. In plaats van dat ik mezelf raar vond en mijn gedrag aanpaste, vond ik eerder dat de ander raar reageerde op mij. Het raakte me niet persoonlijk. Nog steeds geldt dat wanneer ik in situaties terechtkom waarin anderen niet iets vanzelfsprekend en normaal vinden terwijl ik dat wel vind, doe ik geen stapje terug maar ga ik gesprek aan. Naar mate ik ouder word en nu een leidinggevende positie bekleed, maak ik dit ook steeds minder mee. Maar nog altijd doet iedereen aannames en worden dingen bewust en onbewust gezegd en gedaan. Dat merk je ook tijdens een debat. Je moet je heel bewust zijn van hoe je iets rationeel voor elkaar krijgt en een meerderheid zien te krijgen. Wanneer iemand je onderuit probeert te halen, is het een kwestie van niet onderuit gaan. Daar raak je in getraind.”
Aandacht voor Europa
Vera is blij met de finaleplaats. “Het geeft mij de kans om te vertellen over Europa en aandacht te vragen voor belangrijke kwesties, zoals een eerlijke verdeling van kennis en inkomen – en daarmee zeggenschap en macht – tussen mannen en vrouwen. Daarnaast wil ik meegeven dat topvrouwen ook gewoon vrouwen zijn en soms worstelen met hun carriĆØre en hun gezinsleven. Ik praat daar open en eerlijk over, ook met mijn kinderen. Je moet een balans zien te vinden tussen je rol als moeder en die van professional. Bovendien kun je ook gewoon dingen regelen. Ik kan prima strijken, maar vind het veel leuker om aan Europese wetten te werken.”
Pamela Habibovic: “Een voorbeeld zijn voor anderen”
De carriĆØre van Pamela staat in het teken van hard werken. In 1992 vluchtte zij met haar moeder en zusje uit Srebrenica naar Nederland. Ondanks de taalachterstand wist ze de havo succesvol af te ronden en ging ze naar de hts voor een opleiding tot chemisch ingenieur. “Ik wilde eigenlijk studeren aan de universiteit, maar had eindelijk een fijne omgeving met fijne mensen gevonden. Daarom besloot ik deze studie af te ronden en te gaan werken bij mijn stagebedrijf IsoTis. Via de hoogleraar die daar de onderzoeksafdeling leidde, kon ik alsnog promoveren. Na het verrichten van postdoc onderzoeken in de VS en Canada startte ik in 2008 een eigen onderzoeksgroep aan de Universiteit Twente. In 2014 vertrok ik naar Maastricht en werd ik op jonge leeftijd hoogleraar anorganische biomaterialen. Samen met hoogleraar Clemens van Blitterswijk en een aantal andere collega’s richtte ik het MERLN Institute for Technology-Inspired Regenerative Medicine op. Na twee jaar werd ik de directeur van het instituut.” Sinds anderhalf jaar is Pamela rector magnificus van de Universiteit Maastricht.
Bespreekbaar maken
Pamela geeft aan dat zij nooit het gevoel heeft gehad dat ze werd tegengewerkt vanwege haar gender. “Binnen de academische wereld moet je sowieso hard werken, maar ik heb zeker niet minder kansen gekregen. Wel heb ik een paar keer op het punt gestaan om de biomedische wereld te verlaten. Binnen mijn vakgebied zijn nog altijd veel mannen werkzaam. Naarmate ik verder doorgroeide, voelde mijn werkomgeving niet altijd prettig en kreeg ik af en toe sterk het gevoel dat ik niet helemaal mezelf kon zijn. Zo hield ik na een succesvolle onderhandeling over een onderzoeksbudget een rotgevoel over. Ik besefte toen dat ik niet mezelf was, maar een rol had gespeeld. Toen ik zwanger was, ging ik met knikkende knieĆ«n naar het afdelingshoofd. Terecht, want ik kreeg vervolgens de vraag hoe ik mijn onderzoeksgroep ging combineren met mijn zwangerschap. Ik had wel het geluk dat ik mijn werkomgeving veilig genoegĀ vond om mijn ervaringen bespreekbaar te maken en dat mijn verhaal serieus werd genomen. Dat heeft mij enorm geholpen, maar ik besef dat niet elke organisatie hier altijd ruimte voor biedt. Ik zie nog steeds bij veel jonge vrouwen dat zij worstelen met het feit dat zij zich niet thuis voelen binnen hun werkomgeving. Ik heb me als rector voorgenomen om dit bespreekbaar te maken en te veranderen. De status quo is niet de norm en kan veranderd worden, al is dat niet makkelijk.”
Excuustruus
Pamela geeft aan dat zij vanwege haar gender en afkomst vaak als ‘excuustruus’ is ingezet. “Ze kan wel wat, dus laten we haar maar vragen om in de commissie plaats te nemen, werd er dan gedacht. Ik viel nu eenmaal meer op dan andere collega’s. Feit is dat diversiteit noodzakelijk is. Om dat te bereiken, zul je commissies en panels meer divers moeten maken door meer vrouwen te vragen. Alleen kom je bij universiteiten dan wel in een rare situatie terecht. Er geldt bijvoorbeeld vaak de voorwaarde dat een lid hoogleraar moet zijn. Gemiddeld is rond 27% van de hoogleraren aan een universiteit een vrouw, dus dan weet je dat je vanwege je gender wordt gevraagd. Zelf heb ik dat nooit als vervelend ervaren. Ik zag het juist als een kans. Voor de nieuwe rector magnificus werd vooral gekeken naar de juiste expertise en de diversiteit in de vakgebieden van de bestuursleden. Ik heb overigens lang getwijfeld toen ik werd gevraagd. Ik wist niet of ik wel de juiste capaciteiten en voldoende bestuurservaring had. Uiteindelijk heb ik toch ja gezegd en die kans gegrepen. In al die jaren heb ik van mijn mannelijke collega’s geleerd om vertrouwen te hebben in mezelf en niet bij voorbaat nee te zeggen. Mocht het uiteindelijk geen succes worden, dan zou ik zeker niet in mijn ego gekrenkt zijn als ik zou moeten toegeven dat ik een verkeerde keuze heb gemaakt. Uiteindelijk is het maar een baan.”
Een ander twijfelpunt was haar wetenschappelijke carriĆØre. “Die is op een laag pitje komen te staan, terwijl ik twintigĀ jaar lang zo hard heb gewerkt om mijn expertise op te bouwen. Wel is het voor mijn persoonlijke ontwikkeling heel goed geweest. De functie heeft mijn horizon enorm verbreed. Ik vind het ook goed om te zien dat steeds meer bestuursleden en rectoren mensen van mijn leeftijd zijn die op dezelfde positie in hun carriĆØre staan. Tien jaar geleden waren het veel vaker oudere mannen.”
Diversiteit en sociale veiligheid
Als rector magnificus hoopt Pamela dat vrouwen zich in haar kunnen herkennen en zich daardoor eerder durven uitspreken. “Ik ben tenslotte ook een vrouw die altijd hard heeft gewerkt. Ik hoop dat vrouwen, maar ook mannen, moeilijke onderwerpen eerder durven aan te kaarten richting mij, het bestuur of binnen hun eigen omgeving. Daarnaast ga ik me samen met de overige bestuursleden inzetten voor meer diversiteit. Dat blijft voorlopig het ingeslagen pad van vrouwen aannemen, waarbij je altijd moet kijken of er goed is gezocht. Dit geldt eveneens voor mensen met een andere achtergrond. Universiteit Maastricht is de meest internationale universiteit van Nederland. Ook op dat vlak moet je kijken of iedereen vertegenwoordigd wordt. Je moet er continu aandacht aan besteden, streefcijfers definiĆ«ren en vragen blijven stellen.” Sociale veiligheid is een ander belangrijk thema voor het bestuur. “Dat is een complex vraagstuk waarvoor een cultuurverandering binnen de academische wereld nodig is. Ook hier hoop ik dat mijn gender en mijn achtergrond er mede voor zorgen dat mensen zich durven uit te spreken. Zo kijk ik ook tegen de verkiezing Topvrouw Limburg aan. Het gaat erom dat je een voorbeeld kunt zijn voor anderen.”